K.O. op NPK, toch OK op het DK

Luchtfoto van de centrale opening. Best veel mensen, op de achtergrond 1 van de 7 grote terreinen.

Luchtfoto van de centrale opening. Best veel mensen, op de achtergrond 1 van de 7 grote terreinen.

Deze raadselachtige titel doet maar bij weinig mensen een belletje rinkelen. Je moet namelijk iets afweten van Scouting én van competitief fietsen. Voor wie het niet weet: ik ben vanaf mijn 7e fanatiek aan het padvinden geweest, altijd bij Scouting Veendam. Het hele traject, van welp tot stamlid. Sinds enkele jaren help ik mee met het organiseren van het Noorderlijk Pinksterkamp, een kamp met 3500 deelnemers in de Marnerwaard. Enorm leuk, maar 1 van de weinige dingen die ik nog doe op Scoutinggebied. Gelukkig maar ook. Het was een prachtige tijd, maar als er iets niet samengaat met fietsen is het wel de padvinderij.

En dan met name het NPK. 1 keer per jaar, dus beregezellig omdat je mensen terugziet die je al jaren niet hebt gezien. Overdag verantwoordelijk voor de jeugdleden, dus ’s avonds onwerkelijke hoeveelheden alcohol, frikandellen en chips wegwerken bij gezellige kampvuren en in overvolle feesttenten. 3 keer de wereld rondlopen omdat alles te voet gaat en de afstanden gigantisch zijn. Meestal mooi weer, dus samen met alcohol en hormonen ook nog eens bijzonder aantrekkelijk om laat op te blijven en álles mee te maken. Vroeg er weer uit om het programma te draaien, en dat 6 dagen lang.

Heb je een collega die gisteren schor was? Licht naar houtvuur rook? Sloten koffie dronk? Een licht alcoholdampje uitwasemde? Stiekem onmogelijk vieze scheten liet? Op 30% functioneerde? Grote kans dat het een padvinder van het NPK was. Hij of zij lag gisteren waarschijnlijk tegen 7 uur op bed, heeft heerlijk geslapen maar had vanochtend nog 20 uur slaap nodig. Want NPK jonge, dat sloopt. Ik heb wel eens een nacht van 20 uur gemaakt nadat ik terugkwam. Had ik daar ook mijn eerste echte vriendinnetje ontmoet, dus van slapen was niet veel gekomen. Van sex ook niet trouwens, maar alles wat daar voor kwam was al spannend zat!

Vlak voor dit Sodom en Gomorra had ik het in mijn hoofd gehaald op de maandag van het NPK een wedstrijd te fietsen. Het DK, of districtskampioenschap, werd namelijk op die dag gehouden, en als er één wedstrijd belangrijk is binnen het seizoen… Een stom plan natuurlijk, het kamp sloopt ook zonder alcohol genoeg om daar niet bepaald in topvorm aan de start te staan. Maar ik wilde het tóch doen, omdat ik het DK nog nooit had gereden en me de laatste weken erg sterk voelde. In de trainingskoersen in Langelo wist ik een tweede en derde plek in de wacht te slepen, dat schepte vertrouwen. Toch maar ingeschreven dus, dan tot de maandag maar matig met alcohol en slaaptekort.

Dat lukte verdomme prima, want deze topsporter werd op vrijdagavond wat ziekig. Op zaterdag stond ik met steken in  m’n maag met de vinger in m’n keel achter een trekker, ’s avonds wist ik een paar keer nét op tijd vast te stellen dat de scheet die ik ging laten bepaald niet droog zou zijn en die nacht heb ik een uur of 12 geslapen. Zoals gezegd: er waren kampen dat dat de totale nachtrust was. Op zondagochtend ging het wat beter, zondagavond was ik er weer en toen ik om half twee in mijn bed kroop had ik er wel vertrouwen in dat ik in ieder geval met goed fatsoen kon starten.

Wekker om 6 uur, aankleden, kwartier lopen naar de auto, op naar Groningen. De fiets stond al klaar, de kleding en accesoires lagen klaar, alleen nog maar even poepen en douchen. Vooral dat laatste nam veel meer tijd in beslag dan gepland: heerlijk onder de eigen douche wakker worden. Snel een broodje smeren, spullen in de auto, The Prodigy op standje trommelvliestransplantatie op de autoradio en vol gas naar Annen. Inschrijving in het plaatselijke café waar ik ook meteen m’n ploeggenoten trof. Gehaald!

Terug naar de auto, verder aangekleed, banden gepompt, nog wat verder aangeklooid met nummers opspelden, reepjes wegstoppen en andere last-minute zaken, maar toch nog wat tijd om in te rijden. Door mijn rommelige voorbereiding had ik geen idee van het parcours, bovendien had ik geen tijd meer om de ronde van 12km (die we 4 keer gingen rijden) helemaal te verkennen, dus dan maar een beetje stom heen en weer rijden. Moedertje langs de kant gespot, nog even bijgepraat en snel naar de start.

Met een clubje van een man of 30 wachtten we op het startschot. Gelukkig was het droog, dus hoefden we niet in de regen naar het gebruikelijk geleuter van de speaker te luisteren. Wel weer een heel fijn geregelde koers: we hadden zelfs een neutrale materiaalwagen! Bij een lekke band dus een nieuw wiel, helemaal te gek. Start! Door de lichte zenuwen (die ik altijd voor wedstrijdje heb) kon ik niet goed inschatten of mijn lijf in orde was, maar na een kilometer of 5 had ik het door: ik was er gewoon! Ik peddelde makkelijk mee, ondanks die ziekte en het kamp! Kon naar voren als ik dat wilde, kon uitzakken als ik dat wilde, ik had macht. Lekker!

Met nummer 22: Berend Slagter. Iets in of uit zijn zakje aan het frommelen.

Met nummer 22: Berend Slagter. Iets in of uit zijn zakje aan het frommelen.

Het deelnemersveld was redelijk divers, maar voornamelijk Gronings. CSG had een man of 7, Tandje Hoger ook, De Meteoor ook zoiets, verder wat kleinere clubs. Ook de kleine man waar ik al eens eerder over schreef was er. Ik fiets er sowieso niet graag in de buurt, maar na het DK helemaal niet meer: hij schoof onderuit in een natte bocht vlak voordat we Annen weer inreden. Pim tuimelde over hem heen, meer renners schoven onderuit door het plotse remmen, ik leek goed weg te komen. Ik maakte een slipper met m’n achterwiel, maar bleef op de been en leek er omheen te kunnen sturen. Daar had ik wel buiten één of andere klojo gerekend die mij weer richting valpartij duwde, waarschijnlijk om een botsing met mij te voorkomen. Vol in de remmen, voeten uit het pedaal, er omheen, weer in het pedaal en proberen weer aan te sluiten bij het peloton. Net na Annen lukte dat, zodat ik precies kon zien dat zich vooraan een kopgroep losmaakte. Kut dus, want daar zat ik niet bij. Onze beste sprinter wel, samen met een trouwe knecht een ontzettende hardrijder, dus 3 man in een kopgroep van ca. 10. Uitstekende kansen, vooral omdat onze sprinter het DK vorig jaar ook won. Die kan dus wel wat. Waarmee de koers voor mij gereden was. Ik zat niet bij de kopgroep, hoefde niet te rijden om de kopgroep terug te halen, dus het was een kwestie van het tempo acceptabel houden en op het einde nog wat proberen om 11e te worden. Daar baalde ik ontzettend van, ik voelde me écht goed. Maar goed, dat schijnt bij het koersen te horen, je verliest meer dan je wint.

Tja, daar kon ik me moeilijk voor opladen. Vooral omdat ik al aan een valpartij had geroken, graag de rest van het kamp nog wilde afmaken en een 11e plaats ook gewoon niet sexy is. Toen ik door geslinger van nummer 4 ook nog het achterwiel van een ploeggenoot raakte was het wel klaar: uitrijden en naar huis. De sprint dus aan me voorbij laten gaan, over de finish gerold om daar te horen dat onze sprinter zijn titel met succes had verdedigd. Een mooie pleister op de wonde, want naast dat ‘ie hard kan fietsen is het superkerel met wat pech in het voorjaar:  het was ‘m dus van harte gegund. Maar ik gunde het mezelf meer!

Niet te lang treuren, dit weekend op een trainingskampje naar het Sauerland om lekker in de sneeuw te fietsen en daarna volledig, totaal, genadeloos alles en iedereen aan poep te rijden om eens iets te winnen! De Beer moet los!

1 thoughts on “K.O. op NPK, toch OK op het DK

Reacties zijn gesloten.