Over de grote achtervolging, supersportklassers en balhoofden

Goenga4-1Het seizoen is nu, na een verprutste aanloop door het kwakkelende weer, echt begonnen. Bij CSG begint zich een vast groepje Sportklassers te vormen dat veel wedstrijden wil rijden, en dat is echt gaaf: leuk om met z’n allen af te reizen naar plaatsen waar niemand ooit eerder van heeft gehoord. Misschien hebben we allemaal een geografische afwijking, maar dit jaar ben ik bijvoorbeeld voor het eerst in Kalenberg, Goënga, Noordwolde en Ekehaar geweest. Sleen hoort daar eigenlijk ook bij, maar daar heb ik al eens gevoetbald en ik deze parel van Zuid-Drenthe dus welhaast als mijn broekzak.

Na de ziekte die ik in mijn vorige post noemde ben ik redelijk vlot weer op de fiets gestapt, al ontbrak de echte frisheid en zin nog. De wedstrijd in Kalenberg volgde daar redelijk snel op, dus ik stond nogal onzeker aan de start.

Het dorpje werd gesticht in 1313 als Calumburg. Er wordt gezegd dat de naam van het dorp is bedacht door vluchtelingen en horigen uit een gelijknamige buurtschap bij Hoogeveen die in dit ontoegankelijke gebied hun vrijheid zochten.[bron?] Later veranderde de naam in Kaleberghe (1323), Callenburgh (1702), Calenburg (1717) en Calemberg (1815) waaruit de naam Kalenberg kwam. Na de turfgraverij gingen de Kalenbergers zich richten op de visserij, veehouderij en de rietteelt. Kalenberger riet is nog steeds een gewild bouwmateriaal voor het dekken van daken. Het merendeel van de woningen in dit dorp wordt bewoond door ‘mensen van buiten’.

Nog wat rochelig, hoesterig, maar wel met goede zin. Want eigenlijk was de hele aanloop naar wedstrijd fantastisch. Met een mooi clubje kerels in de koersbak, parkeren naast drie dronken locals en massaal pissen in het weiland (in de zon). Zien hoe ploeggenoot Gerben volledig leeggeklopt wordt omdat hij niet op tijd heeft ingeschreven en zijn chip is vergeten. Rondje inrijden, even de wind voelen, want die was er! Nog een paar rondjes maken, tijd om op te stellen. Geleerd van Hoewie, die als een echte klootzak volledig doorreed naar voren en zijn fiets vooraan aan de startlijn parkeerde. Ik ben wat liever, dus ik startte iets verder naar achteren.

KalenbergDurf dat nog niet zo goed, brutaal voordringen… Start! Traditioneel gezien verlies ik dan een plek of 20, zo ook vandaag. Eerste bocht, oppassen voor valpartijen. Doortrekken over het smalle weggetje, knokken voor plekjes uit de wind. Bocht, lang stuk met wind in de rug. Vol gas! Bocht naar de streep, volgende ronde. Zelfde verhaal, tot het lange rechte stuk: een hoop gekletter, geschreeuw: valpartij rechts voor me. Blij dat ik 20 plekken had verloren bij de start, anders had ik er middenin gezeten. Vol remmen, om de rollende mannen doorsturen en nog net Hoewie een koprol de berm in zien maken. Een seconde of twee getwijfeld: stoppen om te helpen of doorrijden? Ik zag mensen op de benen staan: door.

Lastig, maar achteraf een goede beslissing. Hoewie had alleen een stijf been, schrammetje op zijn gezicht en heeft de koers uitgereden. Held. Bij de volgende passage van het ongeluk zag ik dat iemand minder geluk had gehad, lag nog steeds op het asfalt. Net als de 3 rondes er na, met als enige verschil dat er steeds meer mensen, voertuigen, aluminium dekentjes en uiteindelijk een ambulance bij kwamen. Hopelijk goed afgelopen. Met mijn koers ging het in ieder geval steeds minder: onze groep achtervolgde het deel van het peloton dat voor de val zat als een gek, maar we zijn er nooit meer bij gekomen. Sprinten voor de 26e plaats… Iets van 31e geworden.

De koers in Goënga was leuk om te rijden, mooi parcours met lekker spannende slootjes vlak naast de weg.

Tot 2011 lag Goënga in de voormalige gemeente Wymbritseradeel. Goënga is een deel van de Snitser Fiifgea en vormt met Gauw,Sijbrandaburen, Terzool en Poppingawier de Lege Geaen. Op zijn Fries kortweg “De Legeaen” genaamd; letterlijk zoiets als ‘lage streken’. In de oude dorpskern van Goënga staan een aantal gerestaureerde huizen rondom de hervormde kerk. De dorpsstraat heeft aan het eind van de jaren tachtig een passende reconstructie gehad.

Veel wind, dus onderscheidend genoeg. Jammer dat ik met ontzettend had uitgesloofd op de dinsdagtraining en woensdag niet rustig had uitgefietst, maar lekker had meegefietst met de medium-groep van Het Trapstel. Dat voelde ik de vrijdagavond nog steeds in de benen, dus had er weinig vertrouwen in dat ik écht iets kon doen. En dat bleek. Meekomen ging prima, meer niet. Gaf uiteindelijk niet, want de organisatie was dermate kloten van de bok dat eigenlijk alleen de nummer 1 tot en met 8 wisten waar ze waren geëindigd. De rest van het peloton werd niet op de hoogte gebracht van het feit dat de laatste ronde werd gereden. Goenga6Het rondebord klopte inmiddels al niet meer: we dreigden te worden bijgehaald door de A-groep, dan is het eerder afsprinten geblazen. We hebben dus twee keer afgesprint , voor de zekerheid, geen idee welke telde: ik werd in ieder geval 14e. Misschien is dat wel te zien op onderstaande foto’s. Mailtje gestuurd naar de organisatie over deze abominabele afhandeling van de koers, nog geen reactie mogen ontvangen.

Het criterium in Noordwolde was een verademing!

Noordwolde ligt in de gemeente Weststellingwerf en zo ongeveer op het ‘drieprovinciënpunt’ van de provincies Friesland, Drenthe enOverijssel in een aantrekkelijk besloten landschap met in het zuiden en oosten de bossen en heidevelden van Drenthe en in het westen de Lindevallei en het verdere waterrijke Friesland.

Strakke organisatie, prachtig parcours en: topweer. Koersen in korte mouwen, korte broek (lekker de geschoren benen showen, helaas een stukje vergeten). Een criterium, dat betekent als een gek bochten rijden en na elke bocht als een beest aanzetten als je niet genoeg van voren zit. Nu was ik er afgelopen week achtergekomen dat mijn bochten niet “je dat” zijn, vooral niet in een peloton. Op de training kwam ik best een bocht door, maar ik durfde daarbij niet 10 cm van mijn voorganger te rijden. Ik denk vanwege de valpartijen van de laatste tijd: ik ben toch voorzichtiger. Mooie gelegenheid om het te oefenen dus! Het ging aanvankelijk niet best, maar ik kon de gaten die ik zelf liet vallen goed weer dicht rijden (zie ook de foto waarop ik daar druk mee bezig ben, langs het peloton, in de verte). Het ging steeds beter, ik schoof steeds een stukje verder op en op een gegeven reed ik per ongeluk op kop van het peloton. Ik dacht dat het peloton gebroken was en ik de tweede groep aanvoerde, maar nee. Lekker aan het opletten dus. De eerste plaats zat er overigens niet meer in, beest Brian Burggraaf was vanaf minuut 1 alleen weggereden en won alleen. Dat doet ‘ie al een paar seizoenen, je zou zeggen dat je dan best bij de amateurs mee kan, maar dit vindt ‘ie leuker ofzo. Leuk voor de rest ook.

Noordwolde5Na een dikke 30 kilometer was de kans op uitrijden ook verkeken. Het gerinkel begon op de klinkerstrook, werd erger op de betonklinkers na de bocht en escaleerde naar verontrustend op het lange rechte stuk. Het kwam uit mijn stuur, een essentieel onderdeel van de fiets. Ik begon te voelen waar het vandaan kwam, verloor daarmee pakweg 20 plaatsen en constateerde uiteindelijk een losse topcap van mijn balhoofd. Vermoeid, zweterig, verward kon ik niet meer beredeneren of dat erg was of niet. Wel was ik bang dat ik straks aan mijn stuur zou draaien en mijn fiets rechtdoor zou gaan, wie weet wat er nog meer los zat. Voluit rijden was er niet meer bij, en mezelf en fiets in puin rijden wilde ik niet riskeren. Hard gevloekt, afgestapt en gevoegd bij lot- en ploeggenoten met pedaal –en achternaafproblemen. Wel lekker in de zon!

Conclusie: benen zijn goed, hoofd is goed, bochten moeten beter. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed gaat komen dit seizoen!

Met dank aan de fotografen van bovenstaande foto’s: Molenwiek fotografie, Cees Veenstra en Foto Jan.

1 thoughts on “Over de grote achtervolging, supersportklassers en balhoofden

Reacties zijn gesloten.